Na een helse strijd in de klinieken, een overplaatsing, gedwongen sondevoeding en de eerste stapjes naar herstel, werd ik ontslagen uit de kliniek en mocht ik naar huis. Om precies te zijn was dit op 2 oktober 2013. Mijn laatste opname duurde 8 maanden. Ik was bang, doodsbang, toen ik naar huis mocht. Ik had al 2 jaar in de psychiatrie geleefd, ik had geen idee meer hoe het was om thuis te wonen, laat staan om gewoon naar school te gaan! Ik stond nog steeds onder strenge controle van de kliniek én de rechter, omdat ik een gevaar was voor mezelf. Maar het ging steeds ietsjes beter in de kliniek, onder streng toezicht was ik weer een beetje gaan eten. Uiteindelijk werd besloten dat het tijd voor mij was om naar huis te gaan, en een nieuwe start op school te maken.
Ik startte voor de 3e keer in vwo 3. Door mijn ziekte heb ik 2 jaar lang niet naar school gekund, en had ik inmiddels 2 jaar achterstand. Omdat mijn eetstoornis nog steeds heel erg sterk was en ik grote kans had om terug te vallen, werd besloten dat ik 3 dagen per week naar school zou gaan, en 2 dagen intensieve therapie zou volgen bij de kliniek. Ik ging naar de deeltijd, waar ik groepstherapie zou gaan krijgen.
In de deeltijd leerde ik allemaal nieuwe meiden kennen. Ik merkte gelijk dat de sfeer heel anders was dan in de kliniek. Waar de meisjes in de kliniek stil, ziekelijk en levenloos waren, zagen de meiden in de deeltijd er weer gezond uit en stonden zij weer vol in het leven. Waarom dan nog die therapie, zou je denken. Al snel ontdekte ik dat het ontslag uit de kliniek nog maar het begin was, en het échte leven aangaan met een eetstoornis de grootste uitdaging is die ik zou krijgen. Net als deze meiden worstelde ik enorm met onbegrip. Ik was weer thuis, mensen dachten dat alles wel weer normaal was. De werkelijkheid was dat ik nog elke dag een helse strijd voerde tegen de anorexia in mijn hoofd. Ik mocht dan op gewicht zijn, de anorexia had mij nog steeds volledig in zijn greep. Ik kreeg te maken met nieuwe uitdagingen, hierover vertel ik de volgende keer meer.
In de deeltijd groep zaten zo’n 10 meiden. Sommigen kwamen net als ik net uit de kliniek, sommigen waren nooit opgenomen geweest maar hadden toch meer hulp nodig. We praatten met elkaar en brachten samen de dag door, volgden verschillende therapieën. Ook aten we samen. We gingen uitdagingen aan, en motiveerden elkaar. In de deeltijd is er voor mij veel veranderd. Deze meiden wilden er echt voor gaan, ze wilden weer normaal zijn en van hun eetstoornis af. Daarom vochten ze zo hard als ze konden. Ik was eigenlijk nog helemaal niet vastberaden om mijn eetstoornis los te laten. Ik vond het ontzettend eng. Maar de meiden motiveerden me en steeds begon ik het een beetje meer voor mezelf te doen. Dat kwam vooral door het grote begrip van de groep. Ik hoefde niks uit te leggen. Ze snapten me als geen ander. Ze snapten dat een gezond gewicht niet een gezond brein betekende, en ze kenden als geen ander de uitdagingen van het ‘gewone leven’. Het werden mijn beste vriendinnen. De deeltijd was voor mij een plek waar ik kon spuien over mijn week thuis en op school. De band die je kan opbouwen met lotgenoten, is onbeschrijfelijk. Het zijn de beste vriendinnen die je je maar kan wensen.
In de zomer van 2014 ben ik bij de deeltijd weggegaan. Wat was dit een klap voor mij! Ik wilde eigenlijk helemaal niet weg, maar ik was er inmiddels een jaar en het was tijd voor een volgende stap. Net als mijn ontslag uit de kliniek, was de verandering voor mij ontzettend eng. Hoe zou ik het gaan volhouden te vechten tegen mijn anorexia in de boze buitenwereld, zonder de groep? Gelukkig hielden we wel contact. Een paar van deze meiden spreek ik nog dagelijks en zie ik heel vaak.
Ongeveer 4 weken geleden kreeg ik een appje van een ex-groepsgenootje uit de deeltijd, A. A is een goede vriendin van mij geworden. Ze stelde voor om een reünie te doen met de deeltijd groep, en samen uit eten te gaan. Ik vond het een super goed idee. Ondanks dat mijn anorexia het nog steeds heel lastig voor mij maakt om uit eten te gaan, wist ik gewoon dat ik het moest doen. We hebben 6 meiden opgetrommeld en samen zijn we uit eten geweest in Nijmegen. Het was een avond om nooit te vergeten.
De 5 andere meiden waarmee ik was, zijn bijna allemaal (zo goed als) hersteld van hun eetstoornis. Helaas zit ik er nog middenin. De anorexia was boos op me dat ik meeging, uit eten met de meiden. Uit eten is lastig voor mij omdat ik dan zelf geen controle heb over wat ik eet. ‘Is het niet teveel?’ ‘Dat ga je toch niet allemaal opeten?’ ‘Weet je wel hoeveel calorieën hier inzitten? Je faalt!’ De anorexia-stem in mijn hoofd gaat flink tekeer op een avond als deze. Maar met deze meiden lukte mij het om toch een geweldige avond hebben. Natuurlijk waren mijn angsten niet als sneeuw voor de zon verdwenen. Maar het kijken naar mijn vriendinnen die anorexia hebben overwonnen, haar een kop kleiner hebben gemaakt, gaf mij een enorme boost.
Het kan, genezen van een eetstoornis is mogelijk. Er werd deze avond niet alleen maar gepraat over eten, maar ook over jongens en school. Net als in de deeltijd werd er ook gepraat over dingen die we lastig vonden, en samen zochten we naar oplossingen. Iedereen mocht er zijn, en dit maakte mij warm van binnen. Ik kreeg het gevoel terug dat ik had in de deeltijd en nu soms teveel mis: begrip. Begrip, warmte, mensen die onvoorwaardelijk om mij geven, met of zonder eetprobleem. Even was op deze avond mijn anorexia niet mijn identiteit, maar kon ik even R. zijn, een normale puber, met haar vriendinnen uit eten. Onder het eten dacht ik af en toe aan de strijd die morgen gewoon weer zou beginnen, maar ik kon het even vergeten. Dankzij deze geweldige meiden, met elk hun eigen verhaal. Meiden die ik heb zien vechten. Meiden die ik heb zien huilen omdat ze het niet meer zagen zitten. Nu zaten we hier samen aan tafel, nog niet allemaal even ver, maar samen vormden we weer even dat superteam dat we in de deeltijd waren. En we lachten zo hard, dat ik het geschreeuw van de anorexia voor eventjes, heel eventjes, niet meer kon horen.