Iedere week schrijft R. over haar strijd tegen Anorexia Nervosa. Hieronder neemt ze ons mee in hoe haar strijd begon...
Waar de strijd begon
Voordat ik anorexia kreeg, had ik geen idee wat deze eetstoornis inhield. Natuurlijk zag ik er wel iets over voorbijkomen op tv, maar snappen deed ik het niet. Als je zo dun was, ging je toch gewoon weer eten? Dan zou het toch goedkomen? Als iemand me destijds had gevraagd of ik deze eetstoornis ooit zou kunnen ontwikkelen, had ik lachend mijn hoofd geschud en gezegd: ‘Nee joh, daar vind ik eten veel te lekker voor.’
Er bestaat in onze maatschappij veel onbegrip over eetstoornissen als anorexia nervosa. Er zijn maar weinig mensen die echt weten wat een eetstoornis inhoudt, en dit zijn meestal de mensen die er voor hebben geleerd of het van dichtbij hebben meegemaakt. Als je op straat aan mensen vraagt wat Anorexia is, krijg je antwoorden als ‘gewoon, dat je heel dun bent en niet meer wil eten’ of ‘modellen ziekte’.
Het is zoveel complexer dan dat... Ik neem jullie mee naar de eerste fase van mijn ziekte. De eerste stappen in mijn nog steeds voortdurende strijd tegen anorexia. Om te laten zien wat het nou daadwerkelijk inhoudt.
Toen ik 4 jaar geleden werd gediagnosticeerd met anorexia, waren mijn ouders radeloos. Ze hadden geen idee wat hen te wachten stond, wat deze ziekte in hield, hoe lang het zou duren. Ze wisten niet hoe ze me moesten helpen. Al snel werd het voor mijn ouders duidelijk dat het niet een kwestie was van ‘gewoon weer goed gaan eten en aankomen.’ Al het eten dat ze voor me kochten (voornamelijk eten waar ik vóór de anorexia van kon genieten) weigerde ik. We hadden een eetschema gekregen van de diëtiste, die me had verteld dat ik 6 keer per dag moest eten. Met tranen in mijn ogen had ik tegen haar geschreeuwd dat dat echt veel te veel was. Dat ik dik was en dit nooit ging eten. Elk eetmoment ging ik weer met mijn ouders aan tafel zitten, doodsbang keek ik naar mijn bord. Ik huilde en schreeuwde tegen mijn ouders. Eten was niet meer zomaar iets. Eten was eng. Eten zou me dik maken, en de anorexia stem in mijn hoofd was zo sterk, dat ik het niet meer kon. Ik kon niet meer eten. En elk eetmoment werd dit voor mijn ouders op een pijnlijke manier bevestigd.
Elke week gingen we naar de kinderarts in het ziekenhuis, waar ik medische controles kreeg en werd gewogen. Iedereen hoopte dat mijn gewicht zou gaan herstellen. Ik had ernstig ondergewicht en was extreem ondervoed door al die maanden dat ik stiekem nauwelijks had gegeten. Dat de schade aan mijn lichaam groot was, was bekend. Nu zou je denken dat ik daar van zou schrikken. Dat ik weer gezond zou willen worden, zou willen aansterken. Want uiteindelijk wil iedereen een gezond lichaam. Echter gaat er door ondervoeding iets stuk in je hoofd, wat zorgt dat je niet meer helder kan denken. Ik had niks meer te zeggen in mijn hoofd, de eetstoornis had alle macht. Ze had mij overgenomen. Ook al had ik zoveel ondergewicht, en hing ik op het randje van leven en dood, ik had het niet door. Omdat de eetstoornis mij vertelde dat het allemaal wel meeviel. Dat ik een dik varken was, en echt niet weer mocht gaan beginnen met eten. Dat ik best nog wat af kon vallen. 2 kilo nog, dan zou ik stoppen. In werkelijkheid is er voor anorexia geen stoppen. Er is geen gewicht waarbij de anorexia opgeeft, waarbij het goed genoeg is. Het enige wat de anorexia wilde was mij dood hebben. Maar ik zag de anorexia als mijn beste vriendin.
Na een paar weken was mijn medische situatie zo kritiek dat ik werd opgenomen in het ziekenhuis. Mijn ouders en zusje zaten dieper in de put dan ooit. Het was dubbel voor ze. Aan de ene kant waren ze natuurlijk blij dat er medische hulp kwam, dat ik gevoed zou gaan worden. Aan de andere kant waren ze wanhopig. Toen ik mijn diagnose kreeg hadden ze nooit verwacht dat het zo uit de hand zou lopen. Ze hadden nooit geweten dat anorexia een ziekte is die iemand compleet overneemt, iemand verwoest en het gezin daarin meeneemt. Net als de meeste mensen dit niet weten.
Eenmaal in het ziekenhuis gaf de anorexia het niet op. Ook daar weigerde ik de voeding. Niet omdat ik vervelend wilde doen. Maar omdat de anorexia me geen keus gaf. Wat er op mijn bord lag was doodeng. Ik zou ervan aankomen, dit was mijn grootste angst. Ik werd depressief en zag het licht niet meer. Ik zag niet in waarom ik nog zou vechten. Na een half jaar van nauwelijks eten, was het alsof nu pas mijn vermoeidheid eruit kwam. Ik kon niet meer. Ik was veranderd in een broodmager, zwak klein meisje. De levenslustige meid van 14 die ik was, was nergens meer te bekennen. In plaats van op school te zijn, een profielkeuze te maken en uit te gaan met vriendinnen, lag ik in het ziekenhuis. Ik kreeg eten door middel van een maagsonde. Als het eten werd toegediend huilde ik. Ik was de controle kwijt. De anorexia werd steeds bozer. Ik heb zelf het gevoel dat ik er toen niet meer was. Eigenlijk was ik op dit moment de anorexia. De echte ik was er bijna nooit meer. Heel soms was ze er eventjes , als mijn vriendinnen langskwamen, als ik eventjes naar buiten mocht in de rolstoel, of als ik bezoek kreeg van de cliniclowns. Als ik dan even kon glimlachen, was dat een lichtpuntje. Het was een lichtpuntje waarop mijn ouders en ik weer even hoop zagen. Maar deze lichtpuntjes waren zeldzaam en verdwenen weer snel. Mijn ouders misten me. Niet alleen omdat ik niet thuis was. Maar omdat ik mezelf niet meer was.
Toen ik begon met afvallen, had ik nooit kunnen bedenken dat het me zover onderuit zou halen. Ik had nooit kunnen bedenken waar ik en mijn familie in terecht zouden komen. In de beginfase van mijn eetstoornis voelde ik me vaak schuldig tegenover mijn ouders. Maar nu weet ik dat het nooit een keuze is. Dat het je overkomt. En niet, zoals veel mensen denken, een uit de hand gelopen lijnpoging is. Want dat is het niet. Het is een serieuze, vernietigende ziekte. Anorexia is een monster, en er is ontzettend veel vechtlust en kracht voor nodig om dat monster te verslaan.
Ik kan niet zeggen dat ik mijn anorexia al heb verslagen. Wat ik in deze blog beschreef, mijn ziekenhuis periode, was eigenlijk pas het begin. Het begin van de lange weg naar een leven zonder eetstoornis. Het is nu 4 jaar later, ik bevind me op een andere deel van die lange weg, maar hoe lang het nog duurt, kan ik niet zeggen. Het enige wat ik kan doen is blijven vechten, en blijven geloven dat ik uiteindelijk dit monster zal verslaan. Hoe lang het ook nog gaat duren. :-)
Liefs, R